wat is een virus
een virus is een heel erg klein organisme dat in de lichamen van andere organismen zit.
het is zo klein dat je het pas kan zien als je er met een microscoop met 200.000 keer vergroten datje het kunt zien. het leeft daar van de cellen van die organisme het is een parasiet. elke virus bestaat uit twee delen uit een draadje en een mantel. meestal als je een virus in je hebt wordt je ziek, er zijn heel erg veel verschillende virussen sommigen zijn vrij onschuldig zoals de griep maar er zijn ook virussen die dodelijk zijn zoals ebola en aids etc.
hoe werkt een virus
een virus probeert altijd je lichaam in te komen, hij doet dat dan meestal door je mond of wonden en soms ook door de lucht. ook al zijn er niet veel die door de lucht zweven. de meeste virussen worden opgevangen door het lichaam zijn beschermingscellen voordat ze het lichaam in kunnen gaan.
als een virus er via de lucht in probeert te komen gaat hij door de neus waar allemaal haartjes zitten die hen daar tegenhouden als hij door de mond wil moet hij ook nog geluk hebben om er daar doorheen te komen. maar als de virus op een wond beland is dat een groter probleem want daar kan hij er redelijk gemakkelijk in komen. als hij eenmaal binnen is gaat hij op zoek naar een geschikte cel om daar naar binnen te gaan en zich er dan te vermenigvuldigen de cel waar het virus naar binnen gaat meestal dood. daarna gaan die nieuwe virussen weer op zoek nieuwe cellen om zich in te vermenigvuldigen, alle virussen hebben een bepaalde soort cel waar ze zich het liefst in nestelen bijvoorbeeld een levercel of een maag zijn cel, zo kunnen de dokters aan de hand van de klachten zien welk virus het is en dan kan hij de behandeling vast stellen.
hoe is de eerste virus ontstaan
Virussen ontstaan weer uit andere virussen, die zich gedeeld hebben in een gastheer. Maar hoe is het eerste virus ontstaan en waar kwam het vandaan?
tot nu toe is er geen theorie bewezen voor deze vraag. Sommige mensen denken dat virussen misschien wel de eerste levensvormen waren. Die virussen zouden in bacteriën geëvolueerd zijn. Dat zou betekenen dat virussen misschien onze voorouders zijn. maar dat kan niet want virussen zijn parasieten dus ze moesten van een ander organisme leven en ze hebben een gastheer nodig om zich voort te planten. Als virussen de eerste levensvormen waren, bij wie zouden ze dan kunnen parasiteren?
Een andere theorie is dat virussen een soort gedegenereerde bacterie zijn. Bacteriën die uit één cel bestaan stellen al niet zoveel voor. De bacteriën die celinhoud weggegooid hebben werden zo virussen. De bacteriën zijn dan simpelere levensvormen geworden. Sommige die geloven dat virussen uit bacteriën zijn ontstaan zien dit niet als degeneratie, maar als het omgekeerde. Het zijn bacteriën die hun celinhoud hebben weggegooid, en zich zo hebben gespecialiseerd op een overlevingsmanier als een virus. Virussen zouden dan een betere, en gespecialiseerde vorm zijn van bacteriën.
Weer anderen denken dat virussen gewoon stukjes erfelijk materiaal zijn (DNA/RNA) die opeens zijn gaan leven. Het kan ook zijn dat er door een mutatie het DNA zich niet meer kan repliceren. Daardoor zijn de cellen virussen geworden, zodat ze toch nog DNA kunnen repliceren op de manier van parasiteren. maar al deze theorieën zijn onbewezen en puur speculatie, dus eigenlijk weten we niet zo heel erg veel meer.
hoe plant een virus zich voort
Een virus wordt niet meegerekend bij de levende wezens, omdat het zich niet zelfstandig kan voortplanten en omdat het geen stofwisseling heeft. Maar toch kunnen virussen zich goed voortplanten. Bijna alle virussen planten zich op dezelfde manier voort.
Een virus heeft een gastheer nodig om zich voort te planten. Deze gastheer kan een plant, dier of mens zijn. Als het virus een gastheer gevonden heeft, probeert hij zich zo vaak mogelijk te kopiëren. De eiwitmantel van een virus zorgt ervoor dat het de cel binnenkomt. ook beschermt de eiwitmantel het virus tegen de antilichamen van de gastheer. Het virus bindt zich met een cel van de gastheer, en geeft het zijn eigen erfelijke DNA. Hij geeft het zijn DNA door zijn eigen eiwitmantel te vernietigen. Dan begint het met het kopiëren van zichzelf door middel van deling van het erfelijke DNA. Hierdoor gaat de cel meestal dood. Dit wordt lysis genoemd. De nieuwe ontstaan virussen hebben nu ook een eigen eiwitmantel en gaan op zoek naar een nieuwe cel als gastheer. Dan begint het hele proces weer opnieuw.
De meeste virussen kunnen zich alleen in een specifieke cel voortplanten. Een virus kan niet zomaar in elk cel gaan, maar heeft een bepaalde cel nodig die geschikt voor hem is. De eiwitmantel van het virus zorgt daarvoor. Een virus heeft dus voorkeur aan bepaalde cellen van een soort weefsel (bijvoorbeeld hersenvliescellen, speekselklieren of levercellen). Dit is ook de verklaring voor de specifieke klachten bij iemand die geïnfecteerd is met een virus.
hoe voorkom je een virusinfectie
Veel mensen slikken grote hoeveelheden vitamine C om besmetting door virussen te voorkomen en de verkoudheid tegen te gaan, maar het effect hiervan is niet bewezen.
De verspreiding van virussen kan in de meeste gevallen worden tegengaan door goeie hygiëne. Tegen sommige virussen kun je jezelf ook vooraf laten inenten om de kans op infectie aanzienlijk te verkleinen, dit geldt onder andere voor griep, je lichaam maakt door de injectie extra antistoffen aan die tegen de meeste griepvirussen werken.
Als deze injectie de infectie niet vermijdt kan hij er wel voor zorgen dat het ziekteproces beter verloopt doordat het virus heviger bestrijd wordt en dus geen kans heeft om zich erg ver uit te breiden.
Vaak is het zo dat je een virusinfectie pas een paar dagen na de infectie merkt, en dat terwijl je juist in de eerste dagen het meest besmettelijk bent voor andere mensen. Waarschijnlijk heb je dus al wat mensen besmet voordat je ziek thuisblijft.
hoe genees je een virusinfectie
Bij een virusinfectie helpt pijnbestrijding vaak tegen de verschijnselen, soms zijn er ook antivirale medicijnen die de situatie verbeteren, in de meeste gevallen door de symptomen te verminderen en het herstel te versnellen.
De echte genezing van een virus vindt plaats doordat de antistoffen het virus aanvallen en uiteindelijk, na iets wat te vergelijken is met een hevige veldslag tussen duizenden soldaten, de virussen VS de antilichamen.
Je kunt niet van elke virusinfectie genezen, er zijn virussen waarvan je niet kunt genezen. soms is het zo dat je niet eens merkt dat je een virusinfectie hebt, omdat je lichaam al zoveel antistoffen heeft dat het virus geen kans heeft en je dus eigenlijk al geneest terwijl je nog ziek wordt.
Antistoffen zijn eiwitten. Als een virus voor het eerst in je lichaam is gedetecteerd wordt het door een bepaalde soort witte bloedcel onderzocht en die ‘bedenkt’ wat voor antistof het virus kan uitroeien. Hij bewaart deze gegevens in een soort database, als het virus dan weer in je lichaam komt wordt het sneller herkend en kunnen er sneller antistoffen worden gemaakt waardoor je sneller geneest en minder ziek wordt.
Maak jouw eigen website met JouwWeb